welkom

(Jaren geleden gebeurd, toen Amsterdam nog Amsterdam was)

Amsterdammers onder elkaar willen altijd dollen. Lekker elkaar een beetje plagen en voor de gek houden. Op een keer hadden Ed en ik en nog 6 andere kornuiten het plan opgevat om te gaan vissen op het wad. Wij wilden gaan vissen om lekkere tong, makreel, platvis, enzovoort te gaan vangen. Onderweg naar de boot was het al heel gezellig. De sfeer zat er al goed in en de grapjes waren dan ook niet van de lucht.

Het was heerlijk weer en er stond en een klein briesje toen wij waren vertrokken. Na een gezellig reisje kwamen wij bij de boot aan en bemerkten dat het aan zee toch wel wat harder waaide dan toen wij uit Amsterdam vertrokken. Het stormde dan wel niet, maar er stond wel een lekker windje. Nadat wij ons bij de boot hadden gemeld en een plekje hadden gevonden ging de boot vertrekken, terwijl wij onze hengels uitpakten en in orde gingen maken.

Met een rustig gangetje verliet de boot de haven en ging op weg naar een plek waar veel vis zou zitten. Daar aangekomen gooiden wij onze hengels uit en iedereen was benieuwd wie de eerste vis zou vangen. Zoals ik al vertelde waaide het toch wel wat harder dan wij hadden verwacht en de boot ging toch best wel flink te slingeren en te deinen op de golven. Omdat wij “landrotten” dit natuurlijk niet gewend zijn, begon al spoedig één van onze kornuiten er een beetje groen uit te zien en zich misselijk te voelen.

Het duurde dan ook niet zo lang dat hij vertelde dat hij spugen moest. Hij hing over de leuning van de boot en gaf alles wat hij in zijn maag had aan de zee. Helaas spuugde hij daarbij ook zijn gebit uit in de zee. Na een poosje stond hij weer rechtop en zag groen en geel van ellende en ging hij naar beneden om even ergens te liggen.

Amsterdammers blijven Amsterdammers en zijn altijd in voor een grapje. Eén van de andere kornuiten die ook een gebit had, haalde zijn gebit uit zijn mond en bond zijn gebit aan de hengel van de zieke. Toen onze zieke vriend weer een beetje was bijgekomen kwam hij weer aan dek. Hij pakte zijn hengel en haalde het snoer op, omdat hij dacht dat het aas er wel vanaf was gegeten. Vol verbazing zag hij het gebit aan zijn snoer zitten en haalde het gebit los.

Hij stak het gebit in zijn mond en stond even raar te kijken. Hij haalde het gebit weer uit zijn mond en gooide het terug in de zee. Hij begon te mopperen en zei: “Verdorie mijn gebit past niet meer. Het is al helemaal gekrompen”. Toen liepen er dus 2 mannen zonder gebit, maar we hebben wel heel erg gelachen om wat er was gebeurd ………………………

Een waar gebeurd verhaal van:
Sjaak Aue